Problemen oplossen

In periode A en B heb ik drie methodes geleerd om problemen op te lossen.
Methode 1 (Vervorm je probleem):
1. Maak het groter
2. Maak het kleiner
3. Doe er iets bij
4. Haal er iets vanaf
5. Verwissel twee elementen
6. Vrije associatie
Methode 2 (Winnie de Pooh, LOS-OP):
1. L okaliseer
2. O bserveer
3. S tel vragen
4. O pper mogelijkheden
5. P as toe
Methode 3 (Brainstormen):
1. Gooi al je ideeën in de groep
2. Associeer op elkaars ideeën
3. Kwantiteit gaat boven kwaliteit
4. Elkaars ideeën niet afkraken
Casus Jordanië:
We hebben de drie oplosmethodes gebruikt in deze casus. Toen we eenmaal aan tafel zaten in de groep besloten we eerst het probleem te analyseren.
We zijn leiders van een project waarbij verschillende landen meedoen. We zijn in Aman, vlakbij Jeruzalem. We hebben een groep van 5 jongeren, waarvan er 10 uit Jordanië, 10 uit Israël, 10 uit Palestina, 10 uit Nederland en 10 uit Duitsland. Er zijn 2 begeleiders per land. Aan het einde van de tweede week staat er een bezoek aan een vluchtelingenkamp in Palestina op het programma. De Israëliërs willen niet mee. Het gevolg hiervan is dat de Palestijnse groep naar huis wil.
We maakten het probleem groter door er een groep van 500 man van te maken in plaats van 50 en we maakten het kleiner, door er een groepje van 5 van te maken in plaats van 50. We verwisselden 2 elementen. Nederland werd Israël en Duitsland werd Palestina. Hierdoor begrepen we het probleem een stuk beter.
We besloten dat onze oplossing 'praten' zou worden. We lieten de ene groep de andere spelen en verveelden Nederland, Duitsland en Jordanië over de twee groepen.
Ik merk dat ik het fijn vind om met een probleem te kunnen 'spelen.' Vaak denk ik in een soort tunnelvisie en zie ik de mogelijkheden niet. Door deze opdracht heb ik geleerd dat het probleem verschillende oplossingen kan hebben en dat je pas weet of deze oplossingen goed zijn als je ze daadwerkelijk uitvoert.
Maak jouw eigen website met JouwWeb